De beste zorg voor de patiënt – de internist gekenmerkt door kracht in diversiteit
Acute geneeskunde, intensive care, ouderengeneeskunde, medische oncologie, hematologie, bloedtransfusie, allergologie & klinische immunologie, vasculaire geneeskunde, endocrinologie, klinische farmacologie, nefrologie en infectieziekten zijn de verschillende aandachtsgebieden van internisten die binnen een ziekenhuis de beste zorg voor de patiënt leveren. Al deze internisten met verschillende differentiaties hebben één ding gemeen: ze kozen voor een deelspecialisatie maar nooit zonder oog te verliezen voor de brede basiskennis van de interne geneeskunde.
De combinatie van generalistische (brede) basiskennis en de eigen unieke expertise vanuit de differentiatie maakt dat de internist een medisch specialist is die de juiste zorg op de juiste plek kan bieden voor patiënten met complexe (en vaak meerdere) aandoeningen. Een internist-oncoloog kijkt verder dan het behandelen van kanker, een internist-nefroloog behandelt ook de diabetes van zijn nierpatiënten, en de internist-endocrinoloog behandelt ook de bloedarmoede. Daarnaast bezitten internisten kennis van bijvoorbeeld kwalen van hart, longen en darmen, waardoor verwijzing naar andere specialismen alleen plaats hoeft te vinden als dit echt nodig is. De internist is daarmee een cruciale schakel in het ziekenhuis en fungeert daarnaast als brug tussen de eerste en tweede lijn. Internisten voeren de regie over patiënten die acute zorg nodig hebben. Zo gaan zij fragmentatie van zorg tegen. In de samenwerking met de huisarts zijn ze hét aanspreekpunt voor ouderen en chronisch zieke patiënten.