Goed opgeleide internisten zorgen voor goede patiëntenzorg, inclusief preventie. De RGS erkent opleidings- en stage-instellingen en opleiders en hun plaatsvervangers voor een zo goed mogelijke opleiding van internisten. Met een opleidingserkenning mogen zij aiossen in de interne geneeskunde opleiden. In het Kaderbesluit CGS staan de voorwaarden voor erkenning beschreven.
Om een erkenning te behouden, moet een opleidingsorganisatie of -professional blijven voldoen aan de eisen op grond waarvan deze is erkend. Daarnaast rapporteert de opleidingsorganisatie elke twee jaar over de kwaliteit van de opleidingen aan de RGS. Zij betrekt daarbij de mening van de aiossen en de betreffende wetenschappelijke vereniging. Vanaf de erkenning door de RGS, houdt de RGS regulier toezicht op de kwaliteit van de opleiding. Het toezicht begint met een evaluatiebezoek aan de organisatie, binnen een jaar nadat de eerste aios is gestart. Vervolgens houdt de RGS toezicht via de tweejaarlijkse rapportage en door ten minste elke vijf jaar een evaluatiebezoek te brengen aan de organisatie. Dat evaluatiebezoek is monitorend en adviserend van aard.
De evaluatiebezoeken voor de opleiding Interne geneeskunde (voorheen visitaties) worden uitgevoerd door leden van de Plenaire Visitatiecommissie (PVC) in opdracht van de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS). De RGS verstuurt de betreffende documenten voor de evaluatiebezoeken. Het Bureau van de NIV maakt de afspraken voor het evaluatiebezoek en stelt een visitatiecommissie ad hoc samen.
De evaluatiebezoeken voor de differentiatieopleidingen worden georganiseerd door het bureau van de NIV in overleg met de secties van de betreffende differentiaties. De secties stellen een visitatiecommissie ad hoc samen, aangevuld met een lid van het Concilium. Sinds 1 januari 2016 gaat een ambtelijk secretaris mee voor de verslaglegging. De opleiders van de differentiaties ontvangen hiervoor een factuur.
Tijdens de Conciliumvergadering van 3 maart jl. is het document ‘Beleidsregels Erkenning en evaluatie differentiaties Interne geneeskunde‘ vastgesteld. Dit document vervangt het document ‘Opleidingen in een enkelvoudige differentiatie en het daartoe behorende meervoudige differentiatieonderdeel’ en het ‘VAD reglement’.